Dankzij zijn krullende vacht en ontzettend lieve uitstraling heeft de Labradoodle inderdaad wat weg van een knuffeldier. Toch is het een echte hond waar goed voor gezorgd moet worden. De Labradoodle is een kruising tussen oorspronkelijk een labrador en een poedel, vandaar de gekozen naam. De hond wordt door de rashondenverenigingen niet erkend als ras. Maar dat maakt deze hond niet minder geliefd en gezellig. Ze zijn zeer vriendelijk voor honden en kinderen, leergierig, lief en hulpvaardig. En de vacht roept minder snel allergische reacties op.
Geschiedenis
De Labradoodle komt uit Australië en werd gefokt voor mensen met een allergie die wel een geleidehond nodig hebben. De volledige naam van het ras is Australian Labradoodle. Om allergievrije hulphonden te fokken koos Wally Conron (fokker voor een blindengeleidenhond instituut in Australië) de labrador vanwege zijn behulpzame karakter en de poedel vanwege de vacht. De eerste nestjes werden in 1989 geworpen, maar het bleek nog niet zo een groot succes. Totdat Beverley Manners en haar dochter dit overnamen en andere rassen gingen inmengen. Zij brachten bijvoorbeeld de Amerikaanse en Engelse Cockerspaniel, de Curly Coated Retriever en de Ierse Waterspaniel in de mix. En zo ontstond de Australian Labradoodle die we nu kennen.
Uiterlijke kenmerken
De Labradoodle heeft een gracieuze, evenwichtige bouw. Alles is mooi in proportie of je nu een kleine of een grote hond hebt. Je hebt bij de Labradoodle de keuze uit een mini doodle met een schofthoogte tussen de 35 en 42 centimeter (hooguit 7 tot 13 kilo), een medium doodle wordt ongeveer 43 tot en met 52 centimeter groot (gewicht tussen de 13 en 20 kilo) en de standaard doodle die een schofthoogte tussen de 53 en 63 centimeter en een gewicht van 23 tot en met 30 kilo kan bereiken. Hij kijkt intelligent en vrolijk uit zijn ogen. Deze ogen worden omlijst met lange, sierlijke wimpers. De lange neus en de hangoren maken zijn vrolijke uiterlijk compleet. De staart lijkt een beetje op een sabel: lang en een beetje krom. Zeer kenmerkend is de krullende, dikke vacht met lange haren. Een Labradoodle kan een wollenvacht hebben, zoals een schaap, of een fleecevacht. Bij een fleecevacht zijn de krullen grof tot golvend. De kleuren van de vacht variëren van chocolade tot crème. Zelfs zilverkleurig, abrikoos, rood en zwart komen voor. Er zijn zelfs honden met twee of meer kleuren als een bonte schapenvacht. Het fijne aan deze vacht is dat de haren niet uitvallen. Dat scheelt als je bijvoorbeeld last hebt van een hondenhaarallergie. De levensverwachting ligt rond de 14 jaar.
Karaktereigenschappen
Over het algemeen zijn Labradoodles zeer lief, trouw, zorgzaam, behulpvaardig en leergierig. Ze worden vaak als hulphonden gebruikt bij kinderen met autisme of het syndroom van Down. Het is door zijn lieve, knuffelige karakter een goede therapiehond. Als hulphond is hij ook zeker geschikt. Maar de Labradoodle is ook graag een vrolijke, gezellige familiehond. De hond zoekt ook zeker geen ruzie met andere honden. En hij houdt heel erg van mensen en andere dieren om zich heen. De Labradoodle gaat graag met je op stap. Sterker nog: ze zijn niet zo graag alleen. Laat de hond daarom niet alleen thuis voor lange periodes.
Training en opvoeding
De Labradoodle is een mix van leergierige, vrolijke honden die graag iets voor de baas doen. Daardoor zijn ze zeer goed te trainen. Op de hondenschool leert de hond natuurlijk de standaardcommando’s. Ook een obstakelparcours zal de hond met plezier afleggen. Ze hebben baat bij een consequente opvoeding waarbij ze voldoende rust krijgen. Met veel liefde en aandacht zal de Labradoodle alles voor zijn baasje doen. Het is wel belangrijk dat hij weet wie de baas is.
Verzorging en beweging
Het haar van een Labradoodle heeft zeker aandacht en verzorging nodig. Of de hond nu een wollenvacht of een fleecevacht heeft, het kan altijd in de knoop raken. Borstel daarom iedere week grondig het haar van de Labradoodle. Dit kan zomaar een uur – afhankelijk van de hond – in beslag nemen. In de periode dat de puppyvacht veranderd in een volwassenvacht is intensief borstelen zeker geen overbodige luxe. Trim regelmatig het haar zodat het niet te lang wordt.
De Australian Labradoodle is een echte buitenhond die van bewegen houdt. Maak daarom lekkere lange wandelingen, neem een bal of ander speeltje mee voor extra speelpleizer. Zorg dat de hond lekker in de tuin kan spelen. Naast wandelen houden veel Labradoodles ook van zwemmen. Naast fysieke uitdagingen heeft de Labradoodle ook geestelijke uitdaging nodig. Je maakt de hond daarom zeer blij met uitdagende speeltjes waarbij hondenbrokjes tevoorschijn getoverd moeten worden, nieuwe trucjes en trainingen.
Gezondheid
Het is lastig om aan te geven welke erfelijke aandoeningen een Labradoodle kan krijgen. Dit heeft te maken met het feit dat het om een kruising gaat en niet om een rashond met stamboom. Over het algemeen is de Labradoodle een sterke, atletische hond. Let bij de grote soort wel op dat tijdens de groei de hoeveelheid beweging wordt beperkt om heupdysplasie op latere leeftijd te voorkomen.
Weetjes
Wist je dat…
…de Australian Labradoodle vooral gefokt is om hulphonden te creëren die geen allergische reacties zouden oproepen? Hierdoor kunnen mensen met een hondenallergie toch een hulphond krijgen. Overigens is het niet helemaal uitgesloten dat je allergisch reageert op een Labradoodle.
…Labradoodles gek zijn op dansen? Dogdance met deze honden is heel populair. Dat komt omdat de honden het zo leuk vinden om nieuwe dingen te leren en deze voor zijn baas uit te voeren. Dogdance of andere activiteiten die je samen met de hond traint, zorgt er ook weer voor dat de band tussen mens en dier wordt verstevigt.